ROM, oftewel Routine Outcome Monitoring, vormt een essentieel onderdeel van de Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ). Door regelmatig gegevens te verzamelen, biedt ROM niet alleen inzicht in de aard en ernst van psychische klachten, maar geeft het ook waardevolle feedback over de effectiviteit van behandelingen. Deze pagina dient als naslagwerk om de managementrapportages op ROM te interpreteren en gebruiken. De doelen van managementrapportage inzake ROM betreft het bieden van inzicht in:
Voor instellingen die gebruik maken van bronsysteem 'Questmanager' berekent ValueCare zelf de ruwe scores, op basis van onderstaande codes per vragenlijst type. Voor andere bronsystemen wordt de ruwe score direct uit de bron gehaald.
Hierbij wordt de som van de ingevulde scores (som_ingevulde_scores) vermenigvuldigd met 37 (het totale aantal vragen in de vragenlijst) en gedeeld door het aantal ingevulde vragen. Dit geeft een gemiddelde score, inclusief de imputatie van missende waardes met de gemiddelde waarde.
Hierbij wordt de som van ingevulde scores (som_ingevulde_scores) (zie onderstaand kopje) vermenigvuldigd met 25 (het totale aantal vragen in de lijst) en gedeeld door het aantal ingevulde vragen. Dit geeft een gemiddelde score, inclusief de imputatie van missende waardes met de gemiddelde waarde.
Hierbij wordt de som van de ingevulde scores (som_ingevulde_scores) vermenigvuldigd met 20 (het totale aantal vragen in de vragenlijst) en gedeeld door het aantal ingevulde vragen. Dit geeft een gemiddelde score, inclusief de imputatie van de missende waardes met de gemiddelde waarde.
Hierbij wordt de som van de ingevulde scores (som_ingevulde_scores) vermenigvuldigd met 20 (het totale aantal vragen in de vragenlijst) en gedeeld door het aantal ingevulde vragen. Dit geeft een gemiddelde score, inclusief de imputatie van missende waardes met de gemiddelde waarde.
Hierbij wordt de som van de ingevulde scores gedeeld door het aantal ingevulde vragen. Er is geen omrekening van de scores; het is gewoon het gemiddelde.
Hierbij wordt de som van de ingevulde scores (som_ingevulde_scores) vermenigvuldigd met 12 (het totale aantal vragen in de lijst) en gedeeld door het aantal ingevulde vragen. Dit geeft een gemiddelde score, inclusief de imputatie van missende waardes met de gemiddelde waarde.
Hierbij wordt de som van de ingevulde scores (som_ingevulde_scores) vermenigvuldigd met 12 (het totale aantal vragen in de lijst) en gedeeld door het aantal ingevulde vragen. Dit geeft een gemiddelde score, inclusief de imputatie van missende waardes met de gemiddelde waarde.
Hierbij wordt de som van de ingevulde scores (som_ingevulde_scores) gedeeld door het aantal ingevulde vragen. Dit geeft een gemiddelde score, inclusief de imputatie van de missende waardes met de gemiddelde waarde.
Hier staat ruwe_score_vc voor de ruwe score die is berekend met behulp van de formule in de tabel hierboven.
Hier staat ruwe_score_vc voor de ruwe score die is berekend met behulp van de formule in de tabel hierboven.
Hier staat ruwe_score_vc voor de ruwe score die is berekend met behulp van de formule in de tabel hierboven.
Hier staat ruwe_score_vc voor de ruwe score die is berekend met behulp van de formule in de tabel hierboven.
Hier staat ruwe_score_vc voor de ruwe score die is berekend met behulp van de formule in de tabel hierboven.
Hier staat ruwe_score_vc voor de ruwe score die is berekend met behulp van de formule in de tabel hierboven.
Hier staat de ruwe_score_vc voor de ruwe score die is berekend met behulp van de formule in de tabel hierboven.
Delta-T staat voor de verandering in T-scores over tijd. Bijvoorbeeld wanneer er een bepaling van het welzijn van de cliënt vóór- en na behandeling wordt gedaan, kan hiermee dus de voortgang van de behandeling worden bepaald. Als een delta-T score een positieve waarde heeft, betekent dit dat het welzijn van de patiënt is verbeterd over de gemeten tijdsperiode. Als een delta-T score een negatieve waarde heeft, betekent dit dat het welzijn van de patiënt is verslechterd over de gemeten tijdsperiode. Daarom is voor instellingen de delta T-score voornamelijk belangrijk bij ROM metingen. Onder het kopje 'meetmomenten' wordt verder toelichting gegeven over de totstandkoming van verschillende delta T-scores in acht nemend de verschillende ROM meetmomenten.
Voor sommige bronsystemen komt de T-score vanuit de bron zelf. ValueCare doet dat geen berekening voor een ruwe score of een T-score.
Via beheertabel 'Beheer BI: Vragenlijst subschalen' kan de T-score worden ingericht. Deze T-score zal als één van de subschalen zijn ingericht. Mocht deze T-score vanuit de bron niet goed worden overgenomen, dan kan deze worden aangepast door de gebruiker. Als de subschalen voor een vragenlijst-type nog niet zichtbaar zijn, dan moet het vinkje 'Subschalen inrichten' in 'Beheer BI: Vragenlijsten' nog worden aangeklikt.
De Routine Outcome Monitoring (ROM) is een complex product met tal van mogelijkheden en variaties.
Om de ROM behapbaar te maken is deze executive summary gemaakt met 1 figuur waarin de werking van de ROM gevisualiseerd is.
De verdiepende informatie (bv definities en stappenplan) is ook op deze pagina te vinden, onder deze samenvatting.
Deze twee situaties zijn onder elkaar gevisualiseerd.
Hieronder is het stappenplan uitgewerkt dat gevolgd wordt om de berekeningen voor de ROM te maken.
Per stap is toelichting gegeven en zo nodig een extra visualisatie toegevoegd.
- Mits het ZPM zorgtraject is aangemaakt met zorglabel N02 (Overgang oude bekostiging met direct tijd naar Zorgprestatiemodel), wordt de voormeting bepaald op basis van de voorafgaande DBC(s). De DBCs die worden meegenomen bij de betreffende zorgtrajecten, zijn DBCs die dezelfde (1) diagnose en (2) inschrijvingsnummer hebben als het zorgtraject.
- Voor de combinatie van de zorgtrajecten met eventuele DBCs (en losse DBCs) kijken we naar alle behandelcontacten met directe tijd.
- Voor een dergelijke behandelreeks moeten we het eerste/laatste behandelcontact bepalen.
- Het eerste behandelcontact
- Het laatste behandelcontact
LET OP
Er moet directe tijd zijn geschreven op het behandelcontact en er moet een diagnose bekend zijn voor de behandelreeks. De diagnose is nodig om te bepalen of een eventuele ROM-meting met een vragenlijst is afgenomen die geldig is bij die specifieke diagnose
- Mits er een valide meting te vinden is, dan wordt de behandelreeks, en (optioneel) type vragenlijst meegenomen in de behandelreeks.
- Mits er geen valide meting te vinden is, dan is een reeks enkel bepaald op basis van de behandelreeks. In dit geval zullen er dan ook geen geldige metingen te tonen zijn in de dataset. Er worden wel twee meetmomenten gegenereerd, namelijk het verwachte voormeetmoment en het verwachte nameetmoment.
Hierdoor kunnen we de opvolgende metingen makkelijk koppelen.
Met behulp van het tijdsinterval per type vragenlijst en diagnose, kunnen we bepalen of de opvolgende metingen plaats hebben gevonden binnen het tijdsinterval (t.o.v. de vorige meting), waarbinnen ze worden verwacht.
Optie | Situatie | Gevolg | |
---|---|---|---|
A | De volgende meting valt binnen tijdsinterval | De volgende meting is een valide meting. Let op: alle valide metingen moeten voldoen aan de criteria gedefinieerd in stap 2. | |
B | De volgende meting valt buiten tijdsinterval | Genereren meetmoment (dus geen valide meting). Dit meetmoment moet duidelijk maken aan instellingen dat er een meting verwacht wordt, maar deze meting niet (valide of volledig) is afgenomen. | |
C | Geen volgende meting | Laatste behandelcontact is in het verleden geweest | Genereren meetmomenten tot en met het laatste behandelcontact. |
D | Laatste behandelcontact wordt in de toekomst verwacht | Genereren meetmomenten tot en met de aanleverdatum. |
De metingen die binnen een reeks het dichtste bij het eerste/laatste behandelcontact liggen worden bestempeld als voor- of nameting.
Indien er enkel een voormeting of een nameting is en niet beide, dan genereren we een meetmoment voor de missende voor- of nameting, met als datum het eerste/laatste behandelcontact.
- Mits er een valide meting heeft plaatsgevonden in de reeks, bepalen we of de meting een valide voor- of nameting is aan de hand van een marge rondom het eerste- of laatste behandelcontact. Deze marges worden bepaald aan de hand van parameters BI_MARGE_RONDOM_EERSTE_BEHANDELCONTACT_VOORMETING en BI_MARGE_RONDOM_LAATSTE_BEHANDELCONTACT_NAMETING .
- Optioneel: Instelbaar
- Mits er voor een reeks meerdere type vragenlijst worden gebruikt (bijv. zowel Honos-12 als SQ48) dan wordt er voor elk type vragenlijst een aparte reeks aangemaakt. De voor- en nametingen worden onafhankelijk van type vragenlijst bepaald. Dit wordt dus gedaan voor de overkoepelende behandelreeks.
Hieronder zijn de parameters en beheertabellen met relevante toelichting te vinden. De dataset die voor de ROM gebruikt wordt is ROM meetmomenten.
Mits parameter = JA, genereren we voor elke verschillende vragenlijst-code binnen een behandelreeks, een aparte reeks
Mits parameter = NEE, mogen de vragenlijsten onafhankelijk van elkaar afgenomen zijn
NOTE: deze parameter wil ik nog hernoemen naar GGZBI_ROM_MEETMOMENTEN_ZELFDE_TYPE_VRAGENLIJST
Beheertabellen kunnen organisatie-specifiek worden ingesteld. Dit is belangrijk voor de toepassing van de ROM metingen. Het is dus noodzakelijk om deze zo accuraat mogelijk in te vullen, zodat deze de meest precieze en inzichtelijke data kan bieden voor de instelling. In de tabel hieronder is een overzicht gegeven van de verschillende beheertabellen die kunnen worden ingevuld.
Hieronder staan alle relevante termen met betrekking tot de ROM gedefinieerd en waar relevant extra toegelicht.
Let op: inmiddels zijn er ook ROM metingen te monitoren voor soorten GGZ Zorg anders dan ZPM (ZVW/FM). De functionaliteiten van reeksen werkt hierbij anders. Deze informatie is inmiddels toegevoegd aan deze pagina.
- Marge in dagen t.o.v. eerste behandelcontact in nieuwe zorgtraject
- Vragenlijst wordt gebruikt binnen de diagnose hoofdgroep
Notes:
- Als er nog geen einddatum is bepaald voor een behandelreeks, verwachten we dat er nog behandelcontacten gaan volgen. In dit geval bepalen we wel een laatste (ofwel meest recente) behandelcontact, maar valideren we nog niet of er een geldige nameting is geweest.
- Als er een verwachte einddatum (in de toekomst) is ingevuld voor een behandelreeks, dan kijken we voor een valide nameting binnen het tijdsinterval rondom de einddatum van de behandelreeks
- Als de einddatum van een zorgtraject reeds voorbij is, dan kijken we naar het laatste (ofwel meest recente) behandelcontact
- is aangemerkt als ROM
- volledig is ingevuld
- Als de diagnosegroep van het zorgtraject gevuld is, wordt met Beheer BI: Vragenlijst per diagnose bepaald of de vragenlijst in aanmerking komt voor de diagnose hoofdgroep.
- Indien de diagnosegroep leeg is, tonen we op dit moment geen meetmomenten in de dataset.
Stuurinformatie > Beheer BI > Beheer BI: Vragenlijst per diagnose
Binnen één behandelreeksmoeten de onderstaande aspecten overeenkomen. Komen deze aspecten niet overeen, dan geldt dat als een andere behandelreeks.
- Inschrijving (en daarmee ook cliënt)
- Als een inschrijving eindigt, eindigt de behandelreeks
- Diagnose
- Is er een nieuwe diagnose gesteld is, eindigt de behandelreeks
- Zorgtraject / DBC /Jeugd /WMO
- Als er een nieuw zorgtraject, jeugdproduct, of wmo product is, eindigt de behandelreeks
Als er voor een Jeugd product of WMO product een nieuw product is aangemaakt met een zelfde product-code wordt dit ondervangen in dezelfde behandelreeks. Dit geldt enkel als het nieuwe product binnen 35 dagen na sluiting van het vorige product is aangemaakt. Hierbij moet er ook sprake zijn van dezelfde product-code, zelfde diagnose, en dezelfde inschrijving (en dus cliënt).
- Behandelreeks
- (Optioneel) vragenlijst code
- Instelbaar
- Wordt enkel toegepast op behandelreeksen met één of meer geldige metingen
- Mits parameter = ‘JA’: dan geldt dat voor een andere vragenlijst-code een andere reeks wordt gemaakt (
- T-scores worden enkel vergeleken voor vragenlijsten met hetzelfde type (bijv. enkel HoNOS vragenlijsten binnen één behandelreeks).
- Meetmomenten worden gegenereerd voor elke type vragenlijst. Bijvoorbeeld, is er een HoNOS U verwacht dan voor elk type vragenlijst een nieuw meetmoment. (
- Mits parameter = ‘Nee’: dan geldt dat voor een andere vragenlijst-code dezelfde reeks wordt gebruikt
- T-scores worden vergelijken onafhankelijk van het type vragenlijsten (Bijvoorbeeld, HoNOS en FARE worden afwisselend gebruikt).
- Verwachtte meetmomenten worden enkel gegenereerd als er geen meting is geweest binnen het tijdsinterval voor alle type vragenlijsten.
Zie voor interpretatie van de Delta T-score de tabel onder "Toepassing - interpretatie delta T-score"
Zoals eerder beschreven worden delta T-scores gebruikt om inzicht te geven over de voortgang van de cliënt met het gehanteerde behandeltraject. Delta T-scores maken inzichtelijk of het welzijn van de patiënt verbeterd, of juist verslechterd in de loop der tijd.
Voor een gegenereerd meetmoment heeft ValueCare geen t-score. Daardoor kan ValueCare enkel t-scores vergelijken van valide metingen. ValueCare toont in dataset ROM meetmomenten daarom enkel delta t-scores voor valide metingen ten opzichte van valide metingen. Dit houdt ook in dat voor gegenereerde voormeetmomenten, er geen delta t-score ten opzichte van de voormeting kan worden gedaan. Om dit te voorkomen, heeft ValueCare de ‘initiële meting’ geïntroduceerd. Dit is de eerste valide meting binnen een reeks. Op deze manier zijn er twee type delta t-scores in de dataset: (1) delta t-score t.o.v. de vorige valide meting, (2) delta t-score t.o.v. de initiële meting. Het figuur hieronder illustreert dit.